Beveiligingsinstellingen
Opmerking: Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld die oproepen beperken (zoals Oproepen
blokkeren, Besloten gebruikersgroepen en Vaste nummers), kunnen in sommige netwerken nog wel
bepaalde alarmnummers gekozen worden (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).
Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
Instellingen
en
Beveiligingsinstellingen
. Selecteer
•
PIN-code vragen
als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN-code te vragen wanneer de
telefoon wordt ingeschakeld. Sommige SIM-kaarten ondersteunen het uitschakelen van de PIN-
code niet.
•
Oproepen blokkeren
(netwerkdienst) als u inkomende en uitgaande oproepen wilt beperken.
Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
•
Vaste nummers
als u uitgaande oproepen wilt beperken tot geselecteerde telefoonnummers als dit
door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig.
•
Closed user group
: dit is een netwerkdienst waarmee een groep mensen wordt opgegeven die u kunt
bellen en die u kunnen bellen. Neem contact op met uw netwerkexploitant voor meer informatie.
©2001 Nokia Corporation. All rights reserved.
Men
u
fu
ncti
es
71
Men
u
fu
ncti
es
•
Beveiligingsniveau
: selecteer
Telefoon
als de beveiligingscode gevraagd moet worden zodra een
nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst.
Selecteer
Geheugen
als de beveiligingscode gevraagd moet worden wanneer u het interne
geheugen van de telefoon wilt selecteren of wanneer u van het ene geheugen naar andere wilt
kopiëren. Zie Instellingen voor de telefoonlijst selecteren op pagina 37 en Telefoonlijsten kopiëren
op pagina 41.
•
Toegangscodes wijzigen
als u de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code of het
blokkeerwachtwoord wilt wijzigen. De codes kunnen uitsluitend uit de cijfers 0 tot en met 9
bestaan.
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van alarmnummers, zoals 112, om te
voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer kiest.